VIJFPUNTENPLAN TEGEN OEIGOERSE DWANGARBEID
Gepubliceerd op Groenlinks door Tom van den Nieuwenhuijzen @tomvdnn 02 dec 2020
GroenLinks wil samen met PvdA, D66 en de ChristenUnie dat Nederlandse bedrijven in de kleding- en textielindustrie zo snel mogelijk weggaan uit Xinjiang, en zo nodig uit China. Veel Nederlandse bedrijven in deze sector halen hun producten en stoffen uit de Chinese regio Xinjiang, waar Oeigoeren dwangarbeid verrichten in de katoen- en kledingfabrieken. De partijen komen samen met een vijf punten plan om de Oeigoerse dwangarbeid tegen te gaan.
Afgelopen week was er een hoorzitting in de Tweede Kamer waarin bedrijven die in de regio actief zijn vertelden over de moeilijke en schimmige omstandigheden waarin zij hun werk doen. De Chinese overheid geeft weinig tot geen inzage in de werkomstandigheden van de Oeigoerse dwangarbeiders, waardoor veel bedrijven aangeven niet langer zaken te willen doen in deze regio. Daarom komen wij met een vijf punten plan.
Ons plan heeft twee doelen: (1) we moeten zo veel mogelijk proberen de EU en andere bondgenoten aan onze zijde te krijgen op het gebied van sancties en due dilligence-beleid ten opzichte van China én (2) we moeten onze eigen bijdrage aan de Oeigoeren-situatie zo snel mogelijk stopzetten. De gewone Nederlander moet erop kunnen vertrouwen dat hij niet bijdraagt aan mensenrechtenschendingen wanneer hij een T-shirt bij de C&A koopt. Economie gaat nooitboven mensenrechten.
Economie gaat nooit boven mensenrechten.
1. Kom met bindende due dilligence-wetgeving op Nederlands en Europees niveau.
Het kabinet moet zo snel mogelijk met bindende due dilligence wetgeving komen, in ieder geval in de kleding- en textielsector, maar het liefst sectorbreed, ten overstaan van China.
Due dilligence wetgeving zou het voor bedrijven verplicht maken om (1) hun productieketen volledig in kaart te brengen, (2) daar transparant over te zijn, (3) constant alle mogelijke risico’s voor mensenrechten en duurzaamheid te analyseren en (4) die risico’s zoveel mogelijk te verminderen. Een belangrijk kader voor deze eisen zijn de OESO-richtlijnen. Deze richtlijnen leggen uit waar bedrijven rekening mee moeten houden en hoe. Een groot deel van de kleding- en textielbedrijven (ongeveer de helft) in Nederland probeert zich al aan de OESO-richtlijnen te houden door middel van een vrijwillige convenant (het Convenant Kleding en Textiel). Maar bedrijven zelf hebben inmiddels ook aangegeven dat dit niet voldoende is. Zij stellen dat bindende wetgeving in Nederland het makkelijker voor hen maakt om in China (en andere landen) eisen te stellen aan de waardeketen.
Volg deze link om het volledige artikel te lezen.